Een 26-jarige sportliefhebber die enorm van zijn leven geniet. Dat is Arthur van Doren. Momenteel is hij professioneel hockeyspeler bij HC Bloemendaal in Nederland en een vast teamlid van de Belgische nationale ploeg.
Je hebt een uniek pad afgelegd.
Voordat ik gestart ben met hockey, heb ik lang tennis gespeeld met mijn broer Loïc. Samen hebben we eigenlijk nog veel andere sporten gedaan, maar mijn passie bleek toch bij hockey te liggen. Bij Loïc ook trouwens.
Ik heb inderdaad een heel ander pad bewandeld dan de meeste studenten. Ik speelde vanaf mijn 17-18 jaar bij de Belgische nationale ploeg. Mijn ouders waren toen al een enorme steun voor mij. Zelfs toen ik in 2016, na slechts één jaar te studeren, alles liet vallen om me volledig te kunnen focussen op Rio, steunden mijn ouders mij hier voor de volle 100% in. Dat was een extra motivatie om er ten volle voor te gaan. Hockey stond dus altijd op nummer 1.
Onze inzet in Rio werd tot onze grote vreugde beloond met een zilveren medaille. Nadien ben ik een jaar gaan werken bij mijn vader totdat zich de kans voordeed om fulltime te gaan hockeyen. Uiteraard heb ik deze kans niet laten liggen.
Hoe ben je in contact gekomen met Jorssen?
Mijn stick sponsor Osaka was overgeschakeld naar Jorssen dus hier in meegaan was een logische stap. Ik leg jaarlijks wel wat kilometers af aangezien ik in Nederland hockey. Stiekem vind ik het dus heel belangrijk dat mijn wagen ook aangenaam is om mee te rijden. Ik heb het genoegen om met een BMW X2 Plug-in Hybride te rijden, echt een klassewagen. Ik zou niet meer zonder kunnen!
Hoe zag jouw zomer eruit?
Het hoofddoel was uiteraard goed presteren op de Olympische Spelen in Tokyo. Het team en ik hebben hier heel hard naartoe geleefd, dus we waren enorm blij dat het ook kon doorgaan. De bijkomende stress over of het al dan niet door zou gaan heeft ons als team alleen nog maar meer gemotiveerd om die Olympische titel binnen te halen.
Het Olympisch goud mee naar huis nemen was dan ook een droom die werkelijkheid werd, een van de mooiere momenten in mijn leven. Onvergetelijk!
Ook daarnaast is het een heel drukke periode geweest, aangezien we na anderhalf jaar corona alles moesten inhalen. Door de constante testen en wisselende regels was alles toch een pak intenser.
“Na Tokyo neem ik 3 weken vakantie en ga ik eens goed genieten. Het is momenteel zeker geen prioriteit, maar zon, zee en strand staan wel op de planning.”
Welke ultieme doelen wil je nog behalen?
Ik prijs mezelf al heel gelukkig met de successen die ik reeds behaalde en dat ik de kans gekregen heb van mijn hobby mijn beroep te maken. We blijven realistisch, maar toch ook ambitieus.
De Olympische Spelen willen winnen, is toch de ultieme droom van elke atleet. Dit kan ik met trots doorstrepen op mijn lijstje. Verder wil ik ook nog voor een lange tijd aan de top staan. Het eerstvolgende EK wordt in eigen land georganiseerd: dat zou ik dan ook zeer graag winnen. Momenteel kijk ik niet verder dan dat.
Vanwaar jouw passie voor hockey?
Ik vind het ‘spelleke’ enorm mooi. Ik voelde me altijd beter in een teamsport, ook al heb ik eveneens individuele sporten beoefend. Dit raad ik iedereen trouwens aan: beide waren zeer goed voor mijn sportieve en sociale ontwikkeling. Ik kies ook altijd voor nieuwe uitdagingen. Daarom trok ik na de grote successen in België naar Nederland om daar een nieuwe avontuur aan te gaan. Met succes totgevolg, want we wonnen twee titels op rij.
Ik speel ook samen met mijn broer Loïc in de nationale ploeg. Dat is een droom die uitkomt. Hij werd ook uitgeroepen tot derde beste speler van de competitie en dat als keeper, wat toch heel veel zegt over zijn kwaliteiten. Alleen al het gegeven dat wij met twee zo hoog staan, blijft mij passioneren en motiveren om steeds beter te doen.